06-01-2015
Ik heb een sportblessure. Los van de stoere, sportieve mannelijkheid die dat woord opeens op me doet afstralen, levert het interessante taferelen op. Door deze lichte (geen zorgen) blessure loop ik namelijk een beetje mank. En wanneer ik me op die manier redelijk ongeschoren en met een muts over straat beweeg, geven de mensen me opvallend veel ruimte. Dit in een stad vol drukke tweeverdieners met smartphone in de hand die hun lijn van A naar B liever niet onderbroken zien. Vermoedelijk zien mensen in mijn mankheid een verhoogd risico op een psychische stoornis en overmatig drugsgebruik, nemen ze het zekere voor het onzekere en laten ze me daarom -toch wel lief- vandaag voorgaan bij de supermarktschappen.